Misselijk

Voor de verandering ben ik op de minuut exact op tijd en ik heb oprecht zin in deze afspraak. De appjes waren boeiend, het gesprekje van 2 minuten voor het verzetten van de date ging prima, zijn foto’s zijn leuk. Ik heb deze dag ook nog een nieuwe fiets gescoord, dus de sterren staan wat mij betreft mij goed.

We doen drankjes en ik schiet weer in mijn welbekende vragenstelmodus, afgewisseld met de ‘leuke verhalen’, waarbij ik zelf regelmatig denk ‘hou nou es je kop dicht’. Mijn conclusie op dat moment is: ik kan dus nooit eens relaxed doen op date en daarom zou ik gewoon moeten stoppen met daten altogether. Dan hoef ik niet elke keer die karikatuur van mezelf tegen te komen. Maar daarmee zit ik nu nog steeds op een terras en om nou meteen met deze conclusie de date af te kappen gaat me ook te ver. Geef het een kans, B! Kom op!

Ondertussen kletsen we geanimeerd verder, maar ik kan hem niet peilen. Vindt ie het gezellig? Nee? Ja? In ieder geval komt het voor mij out of the blue dat hij om de rekening vraagt. Ok, niet gezellig dus. Maar vervolgens lopen we weg van het terras en trekt hij zijn mobiel tevoorschijn. Gaan we ineens schatgraven met een app. Ok, hij vindt het wel gezellig dus? Met de app Geocaching kun je iets fysieks vinden met aanwijzingen die iemand heeft achtergelaten. Hij laat mij supercute de schat ontdekken, terwijl ik naïef reageer “Heb je dát niet eens gezien, daar heb je toch niet overheen gekeken? Oh wacht even, je het hebt mij laten…” en ik grinnik er onhandig bij.

We lopen terug en bij zijn auto doen we de drie Hollandse zoenen. Dat voelt een beetje kaal aangezien ik tegenwoordig de meeste mensen hug. Vaak ben ik de ondertitelaar in mijn eigen leven. Ook nu, dus ik zeg hardop “Ja, dat je dan denkt, wat gaan we doen hè?” en geef hem een halve omhelzing, die hij slim beantwoordt waardoor we ineens in zoenpositie staan. Ik heb op nog geen enkele Tinderdate gezoend (#truestory). Maar ineens dus toch en hij zoent lekker, maar ik voel er niks bij en weet bovendien niet waar ik mijn rechterhand moet laten, die daardoor gek half boven zijn rug blijft zweven. Het was awkward en niet sexy.

Terwijl hij wegrijdt app ik met vrienden die ook in de stad zijn. Ik besluit om erheen te fietsen en daar aangekomen heb ik behoefte aan whiskey en hysterisch vertellen over de zoveelste date waarvan ik niet weet wat ik ermee moet en hoe ik de volgende keer zelf eens wat relaxter kan zijn. Moet ik het nog een tweede kans geven, hij is toch sympathiek, intelligent, kon zoenen enz. Het is een déjà vu.

Iedereen heeft trek, dus we gaan naar een shoarmatent en boven een bord patat vraag ik “Wat voor man vinden jullie dat bij me zou passen?” We komen er niet goed uit. Misschien is deze vraag ook niet te beantwoorden. Thuisgekomen zie ik het appje “Ik vond het gezellig” met een suggestie voor de tweede date. Ik voel me een beetje misselijk worden en dat ligt niet aan de patat. Ik wil het niet en dat wist ik al op het moment dat ik de hoek om stapte bij het terras en we de eerste woorden wisselden. Daar valt verder niks over uit te leggen, behalve ‘het is een gevoel’. Ik weet niet waarom, maar het voelt ineens zo kut. Iemand afwijzen is nooit leuk. Los daarvan had ik dit keer te veel verwacht. Het contact van tevoren was zo leuk en het doet pijn om de verwachting op meer weer los te laten. Online en offline goed bij elkaar brengen tijdens het daten: het blijft een uitdaging.

Deze blog is ook geplaatst op heartco.re

Deel uw mening