Afscheid
Nog voordat je weg bent begin ik met opruimen. Terwijl je je spullen inpakt, checkt of je alles hebt, zet ik onze glazen in de keuken, trek het bed recht. Het kleine grote afscheid.
Ik verdraag het niet.
Dus wis ik de sporen uit van je bezoek. Zodat ik kan doen alsof je er niet geweest bent en ik je niet hoef te missen. Ik was toch al die tijd alleen?
Warme kus op mijn mond, ‘Ik spreek je later schat’ en dan ben je weg. En ik denk “Doe toch normaal, er is niks aan de hand”, maar ik voel me klein en mijn hart is even een beetje leeg. Ik druk mijn neus nog een keer in het kussensloop en gooi het dan in de was.