De Tuin

Mijn handen roken naar groen en mijn schoenen waren modderig, fanatiek stond ik aan planten te trekken en had net besloten dat de schaar er maar aan te pas moest komen om de haagwinde door te knippen.

“Nieuwe hobby?” riep mijn vader vanuit de keukendeur. Verbaasd kan ik me voorstellen, ik ben niet het meisje met de meest groene vingers en toen ik nog thuis woonde làg ik liever in de tuin, dan er te werken.

Het wiel van de kruiwagen was kapot, dus ik vulde emmer na emmer met aarde en stortte die in een vierkanten bak. De hele dag met je hoofd bezig zijn over communicatie is ook niet alles en het voelde lekker om fysiek werk te doen. Het plan was dat mijn schoonzusje een groentetuin in de bak zou maken deze zomer, maar in alle drukte was het er nog niet van gekomen.

De haagwinde, ik geloof niet dat ik ooit zoveel aversie tegenover een plant heb gevoeld. Het is een sluipmoordenaar, voorzichtig haakt hij zich vast aan een plant en voor je het weet is hij er volledig overheen gegroeid en verstikt als het ware zijn gastheer of -vrouw. Met een fanatisme waarmee ik mezelf verraste ging ik het spul te lijf, stengels en bladeren vlogen in het rond. Hier pak aan! Ik was de Dexter van de groene wereld en terwijl ik de planten eronder bevrijdde stond elke knip van de schaar voor een klein eerbetoon aan mijn moeder, die in deze tuin had gewerkt en ervan had gehouden.

tuin

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Deel uw mening