Allerlaatste (voor Fred, dank je wel)

Dingen die voor het laatst zijn hebben voor mij een extra lading. Op dinsdag zat ik met Marc op de chat.
“Gaan we morgen nog koffie doen?”
“Nee, sorry is wat tussengekomen en ik moet ook nog iets voorbereiden voor de voorstelling van Fred. Het wordt zijn allerlaatste. Wij zijn gevraagd hem in het zonnetje te zetten.”

Zijn laatste.

Ik moest even slikken. Niet dat de man geen respectabele leeftijd had en een staat van dienst waar je u tegen zegt.. maar toch. Ik wilde erbij zijn, als eerbetoon en dank en ja, ook gewoon omdat het de allerlaatste was. Na de chat zocht ik op de site van Studio de Bakkerij. Uitverkocht natuurlijk. Een bijzondere voorstelling over de oorlog op een datum als 4 mei, dat wil wel verkopen.

Ondertussen dacht ik terug. Ik had Fred maar relatief kort gekend en daarna waren we elkaar min of meer uit het oog verloren. Een verdwaald mailtje daargelaten. Hij had mij en drie andere acteurs geregisseerd voor een door onszelf geschreven stuk dat door omstandigheden nooit was afgekomen. Over de ziekte kanker. We noemden het in die tijd liefkozend “Het Kankerstuk”.

Gedurende die repetities had ik Fred leren kennen als een vakman, streng doch rechtvaardig in zijn feedback. Tijdens de monoloog waarin ik een begrafenisondernemer speelde coachte hij mij op gebruik van mijn stem en lichaam. “Je schildert ze een beeld voor met woorden. Let op je houding, niet inzakken met je lichaam, altijd blijven doorademen.” Ik wilde het graag goed doen en vond de repetities altijd een beetje spannend. Op een avond na de repetitie zei Fred dat ik wel iets had, een markante kop. Ik ben het nooit meer vergeten.

Op vier mei belde ik om 19.30 uur in een impuls de Bakkerij. Hadden ze misschien nog mensen die niet kwamen opdagen, was er een wachtlijst? Ja die was er, met 4 mensen erop. Ze gaven me weinig kans en van de brandweer mochten ze niet meer stoelen plaatsen, ze zaten helemaal vol. Ik dacht, not meant to be en begon aan het snijden van uien voor de pastasaus. Om tien over half 8 begon het te kriebelen. Wat als er toch mensen niet kwamen, misschien zelfs ook die van de wachtlijst? Ik besloot de gok te wagen en fietste er heen.

“Ja, we zijn stijf uitverkocht vanavond!” riep de baliedame vrolijk. Het was tien voor 8 en ik keek neer op een lange lijst vol afgevinkte namen. Maar of ik even wilde wachten, ze zou het voor de zekerheid nog aan iemand anders vragen. Ik kruiste mijn vingers achter mijn rug en toen mocht ik doorlopen. Precies achter de drie gereserveerde stoelen aan de rand van het toneel stond een witte klapstoel, bijna onmogelijk tussen de rijen gepropt, ik prijsde mezelf gelukkig met mijn een meter vijfenzestig en manoeuvreerde me ertussen.

We keken naar een groot scherm en zagen Wim Lex en Maxima de krans leggen. Het publiek was twee minuten stil en daarna kwam Fred op met een stoel in zijn hand. De voorstelling was een monoloog van een man wiens vader in de oorlog fout was geweest en over de vriendschap van die man en een Joodse overlever. Ik was ontroerd, boos, lachte en werd verliefd toen het personage dat ook werd. Fred schilderde beelden voor mijn ogen met woorden.

Na de voorstelling in de foyer met wijn en de onvermijdelijke nootjes in bakjes, wilde ik Fred bedanken voor de lessen die ik had gehad. Het kwam er onhandig uit, ik wist niet of mijn woorden de lading dekten, er stonden mensen achter me die ook met hem wilden praten. Ik ademde niet goed door. Fred zei dat ik er goed uitzag, vroeg of ik inmiddels een lieve vriend had. Ik realiseerde me dat tussen de laatste keer dat ik hem zag en nu er alweer meerdere lieve mannen waren langsgekomen en gegaan. Het deed een beetje pijn om nee te moeten antwoorden. Ik compenseerde mijn eigen ongemak door te aan te geven dat het goed met me ging en ik gelukkig was, hetgeen ook klopte. Het was een avond met dubbele gevoelens, het was de allerlaatste voorstelling en licht aangeschoten reed ik op de fiets naar huis.

Deel uw mening