4 jaar op karakter

“4 Jaar, op karakter hè.” Ik moet lachen, terwijl het eigenlijk helemaal niet grappig is. Een vriendin die vertelt dat ze na een jaar relatie al wel wist dat dit hem niet was en het nog 4 jaar heeft volgehouden, dat is schrijnend. Een medelevende blik was meer op zijn plek geweest. Maar ze vertelt het op zo’n droogkomische toon, ik kan niet anders dan lachen. Ook om een stukje herkenbaarheid over hoe zoiets ontstaat.

Het plaatje, we willen het zo graag, dat het werkt, dat het dèze keer voor altijd is. Vervolgens zijn we niet meer eerlijk naar onszelf en in plaats daarvan veranderen we langzaam maar zeker in iets dat we eigenlijk niet zijn. Vriendin: “Volgens mijn ouders zag ik eruit als een oude vrouw en ik veranderde in een huismus, dat bèn ik helemaal niet!” Wat gebeurt er toch? De partner in kwestie is meestal geen manipulerende bullebak of bitch. Nee hoor, wij beslissen geheel op eigen houtje dat hij of zij het meest van je zal houden wanneer je… en vul zelf maar in. Dan zit je opeens op een camping in een tentje terwijl je niet eens van kamperen houdt. Je blijft uren in de kroeg hangen terwijl je allang thuis had willen slapen. Je maakt een kilometerslange fietstocht naar Gouda in plaats van op dat terras te zitten waar je zin in had.

Even voor de duidelijkheid, ik heb het niet over toffe nieuwe dingen ontdekken omdat je partner anders is dan jij. Ik heb het over die momenten wanneer je over je eigen grenzen gaat en je zo aanpast dat je jezelf niet meer herkent. Ik gok dat deze vriendin en ik niet de enigen zijn die zichzelf weleens in dit soort bochten hebben gewrongen. Niet luisteren naar jezelf, maar vooral focussen op het ideaalplaatje dat in je hoofd hebt gebouwd. We zijn bereid er veel voor te doen of juist te laten. Kom maar op met dat keurslijf, ik wring mezelf er wel in. Dan staat daar wel tegenover dat je bij me blijft en we samen happily ever after doen. Deal?  Bij mij is het een inmiddels herkenbaar pad; bij de start start van een relatie voel ik me vrij, ben ik een partner die ervan houdt om nieuwe dingen uit te proberen, zich zeker voelt over wie ze is. Wat er precies tijdens de omslag gebeurt weet ik niet, ik denk dat er op een bepaald punt teveel te verliezen is. Ik word afhankelijker van mijn vriend, angstiger om hem kwijt te raken en daardoor voorzichtiger en meer aanpassingsgericht. Samen is (zelfs wanneer niet meer gelukkig) altijd beter dan alleen. Zo ongeveer is/was de overtuiging in mijn hoofd, want inmiddels vind ik die overtuiging nogal verouderd en zet er grote niet te ontwijken vraagtekens bij.

Nu ik single ben hoeft dat aanpassen niet meer. Maar zelfs in vriendschappen of in de omgang met collega’s ligt het op de loer. De wens om aardig gevonden en geaccepteerd te worden is een grote. Heel legitiem vanuit de oertijd, de groep was een stuk veiliger dan alleen in het woud of op de steppe proberen te overleven. Wanneer je kinderen kreeg, dan toch liever met een man die je kon beschermen dan dat je ze alleen moest opvoeden. Alleen die tijd is er niet meer en nu zijn we aan het worstelen. We willen authentiek zijn, onze passie volgen, leven vanuit ons hart. Tegelijk willen we nog steeds veiligheid, niet buiten de groep vallen, niet teveel opvallen. Ik vind het een uitdagende zoektocht naar de juiste balans.

Er zit maar een ding op, ik oefen. Elke dag. Dat klinkt zwaarder dan het is. Ik probeer gewoon wanneer ik eraan denk telkens even te checken of te voelen; wat wil of vind ik? Dus heb ik laatst meteen maar opgebiecht dat ik helemaal niet zoveel interesse in politiek heb als de ander dacht. Laat ik in gezelschap het laatste plakje tomaat op mijn bord liggen omdat ik vol zit. Ga ik uiteindelijk toch niet naar die borrel met collega’s. Vraag ik om helderheid over kwetsbare zaken en probeer ik beter aan te geven wat ik wel of niet fijn vind. Soms gaat het vanzelf en soms houd ik spreekwoordelijk even mijn adem in, ga ik nu niet uitgespuugd worden? Het lukt niet altijd, maar het is de mooiste weg. Ik doe veel meer dingen die ik fijn vind en daar word ik een blijer mens van. Stap voor stap hoef ik niet meer bang te zijn dat “ze”, als ze me echt leren kennen, bij me weg gaan of niet meer met me willen omgaan. Er is namelijk geen façade meer, dus er ligt ook geen grote demasqué meer op de loer. Dus dat.

 

Deel uw mening